Van bijvoorbeeld natuurbeheerders wordt, vaak via subsidievoorwaarden, gevraagd hun terreinen open te stellen voor sport en recreatie. Tegelijkertijd conflicteert dat soms met hun beschermingsdoelstellingen. Op het eerste gezicht een ingewikkeld vraagstuk - dat tegelijkertijd ook oplosbaar is door ‘zonering’. Waar mag wat wel - en wat niet? Met nuchterheid en respect voor verschillende doelstellingen is veel op te lossen. Dat neemt niet weg dat we in Nederland een chronisch gebrek aan (vrij toegankelijke) ruimte hebben. Zeker in het groen. Dat delen we noodgedwongen op een mooie zondagmiddag met heel veel mensen. Kijkend naar de kaart van Nederland zien we echter een schat aan potentiële wandelpaden in landelijk gebied, waardoor niet elke frisse neus hoeft te landen in beschermde natuurgebieden. Op sommige plaatsen hebben waterschappen hun schouwpaden al geopend voor de bezoeker. Daar kun je kilometers lopen, met vergezichten en het geluid van de vogels. Er liggen nog honderden kilometers van dit soort paden te wachten. Niet altijd natuur met zeldzame plant- en diersoorten, maar wel fantastische gebieden voor een groene, sportieve beleving. Waarbij je aan den lijve ervaart dat wandelen een positief effect heeft op gezondheid, juist in contact met de natuur.